Het Delftse Afvalstoffenbeleid
Delft worstelt al jaren met hoge afvalstoffentarieven en sterk achterblijvend beleid bij scheiden van afval. In 2014 heeft het collegede nota “Grip op Grondstoffen” aan de raad gestuurd. Landelijk beleid is dat gemeenten 75% scheiding van afval moeten nastreven. In 2013 was het scheidingspercentage in Delft nog maar 40%. In de nota zijn diverse scenario’s uitgewerkt om de scheiding van 75% in de Delftse situatie te kunnen bereiken. Het college is met de raad en bewoners in gesprek gegaan over de voorstellen in de nota. De gemeenteraad heeft op 24 september 2015 de nota vastgesteld: Delft gaat ‘Omgekeerd Inzamelen’. Op 5 juli 2016 heeft het college het uitvoeringsplan aan de gemeenteraad aangeboden.
Bekeken vanuit mijn deskundigheid als jarenlang adviseur aan gemeenten op het gebied van maatschappelijk zorgvuldig afvalstoffen/grondstoffen beheer valt er weinig aan te merken op de voorbereiding en op het uitvoeringsplan: deskundig opgesteld, duidelijk en voorzien van inspraak en communicatie met de bewoners.
Het uitvoeringsplan beschrijft de wijze van invoering van Omgekeerd Inzamelen:
- de fasering om het geleidelijk per wijk terealiseren;
- de communicatie aanpak;
- de projectorganisatie, met daarin de verschillende rollen en verantwoordelijkheden van medewerkers binnen Avalex alsmede binnen de gemeente;
- een financiële onderbouwing van het project;
- de rapportage en monitoring;
- een risicoanalyse en beheersmaatregelen.
Het vorige college heeft de uitvoering ter hand genomen en daarna zijn er problemen ontstaan. Problemen die ook breed worden uitgemeten op sociale media en in de pers. In de gemeenteraad is onrust ontstaan. Onrust over inzamelmiddelen, de locatie ervan en over de wijze waarop de communicatie met bewoners wordt uitgevoerd. Dit zowel vooraf bij het maken van een concreet plan voor een wijk als bij de nazorg. Bij introductie van nieuwe vormen van inzamelen is intensieve nazorg namelijk minstens zo belangrijk. Daar lijkt het in de praktijk ook aan te schorten. Ook worden het maatschappelijk belang van gescheiden inzamelen en de inzamelresultaten niet of onvoldoende met bewoners gecommuniceerd. De onrust leidde er ook toe dat het vastgestelde beleid door sommige raadsleden ter discussie wordt gesteld. Dit mede ook omdat scheidingstechnieken van restafval steeds beter lijken te worden.
Discussieavond Circulaire Economie
Mede tegen die achtergrond, hebben de VVD en Groen Links samen in het centrum “Open” een discussieavond georganiseerd over circulaire economie: een economie die gebruik maakt van afgedankte spullen. Met als streven om de spullen en grondstoffen op zo hoogwaardig mogelijk niveau te hergebruiken. En dat begint bij zo schoon mogelijk gescheiden inzamelen. Het omgekeerd inzamelen is daar mede ook voor bedoeld. In korte inleidingen mochten enkele deskundigen en ondernemers in het circulaire circuit hun visie, ideeën en activiteiten toelichten.

Helaas hadden de deskundigen weinig nieuws te melden dat voor Delft houvast kon bieden. En de initiatieven die werden gepresenteerd waren deels lovenswaardig, deels discutabel of te marginaal om voor de kortere termijn effect te kunnen sorteren. Vooralsnog lijkt zo goed mogelijk gescheiden inzamelen door de gemeente noodzakelijk. Wel ruimte latend voor en of stimuleren van initiatieven die leiden tot vermindering van reststoffen of tot hoogwaardiger hergebruik van materialen en grondstoffen.
Stoppen of doorgaan met Omgekeerd Inzamelen?
Hoe nu verder met de uitvoering van het vastgestelde inzamelbeleid? De eerste vraag is: wat is het feitelijke probleem bij de uitvoering. De raad heeft op basis van uitgebreide informatie een keuze gemaakt. Die keuze is nog steeds valide voor een groot deel van Delft. En via maatwerk kan voor elk woongebied een passend oplossing worden geboden. En door zo snel mogelijk uitvoeren van het nieuwe inzamelen zullen ook sneller de financiële voordelen zichtbaar worden. Het probleem lijkt mij vooral te liggen bij de uitvoering. Daar is het college primair verantwoordelijk voor. Het nieuwe college zal veel energie en menskracht moeten steken in procesorganisatie en begeleiding en zal duidelijker de regie moeten nemen. Binnenkort (december 2018/januari 2019) komt het college met een evaluatie over de voortgang in de voorgaande periode. Dan zal blijken hoe het nieuwe college deze taak heeft opgepakt en welke initiatieven zijn, of zullen worden genomen om knelpunten op te lossen.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.