Windenergie en rekenmeesters

Is windenergie nu wel of niet goed voor milieu en economie. De bouw en onderhoud van windturbines levert wereldwijd al heel wat werkgelegenheid op. En er wordt ook steeds meer duurzame energie mee opgewekt. Maar hoe bereken je nu of het vermeende milieuvoordeel ook echt op korte en langere termijn een goede ontwikkeling zal blijken te zijn, zowel uit milieuoogpunt als financieel gezien. Of levert het geen milieuvoordeel op en gaat windenergie opgewekt op zee ons de komende jaren 5 miljard euro kosten?

Windenergie heeft zich het laatste decennium steeds sneller ontwikkeld. Theoretisch spaart elke KWh windenergie of zonne-energie fossiele brandstof uit, leidt tot minder CO2 en is dus goed voor het milieu. Op de korte termijn blijkt dat echter tegen te vallen. Ligt dat nu aan windenergie ? En hoe ziet het lange termijn perspectief er uit?

Wisselend aanbod wind- en zonne-energie
Windenergie, maar ook zonne-energie kun je niet plannen. Het aanbod van beide is grillig. Als gebruikers willen we een stabiel aanbod van elektrische energie. De centrales die daar in voorgaande decennia voor waren ingesteld hoeven nu minder te leveren en moeten door het grillige aanbod van wind- en zonne-energie voortdurend van capaciteit wisselen. Die centrales zijn daar niet voor gebouwd en daardoor gaat hun rendement naar beneden. Per geleverde KWh gaan ze daardoor meer CO2 leveren. Ook worden ze minder rendabel omdat ze maar een deel van de tijd ingezet worden. Daardoor wordt het overall voordeel van wind- en ook zonne-energie minder: er wordt naar evenredigheid niet minder fossiele brandstof gebruikt. Dus de CO2 reductie is uiteindelijk ook minder. Maar ligt dat aan de duurzame energie of zijn er misschien andere belemmerende factoren?

Emissierechten werken niet meer
Op enig moment in verleden is bedacht dat je recht om te vervuilen verhandelbaar moest maken: handel in emissierechten voor onder meer CO2. Nu er door toename van wind- en zonne-energie minder behoefte is aan door centrales jukt fossiele brandstof opgewekte energie is er de klad gekomen in de prijs van CO2-rechten. Het wordt steeds goedkoper om CO2-emissierechten te kopen. In onze vrije markt zien we dat de eigenaren van centrales zich genoodzaakt zien, deels uit concurrentieoverwegingen, om de meest vervuilende centrales in gebruik te houden en de minder milieubelastende stil te leggen. Kolen en bruinkool zijn op dit moment, mede door de exploitatie van Schaliegas, in overvloed voor handen en zijn daardoor goedkoper dan bijvoorbeeld aardgas. Ondanks dat kolen en bruinkoolcentrales moeilijker te regelen zijn zetten de energiebedrijven uit financieel oogpunt niet de wat duurdere en makkelijker regelbare gascentrales in. Zouden ze dat wel doen dan is het milieuvoordeel van wind- en zonne-energie in berekeningen opeens een heel stuk groter.

Uitgangspunt bij berekeningen
Neem je voor je berekeningen dit beleid van de energiebedrijven bij inzet van energiecentrales als uitgangspunt, dan kun je makkelijk uitrekenen dat het met CO2-emissie ook niet de goede kant op gaat: meer vervuiling, lagere kosten. Vraag is of je dat dan moet wijten aan zonne- en windenergie, of aan het beleid van de traditionele energieproducenten en de verkeerde werking van het instrument van handel in emissierechten. Bij de transitie van fossiele brandstof naar duurzame energie blijkt dat nu averechts te werken.

Wat wil je?
Als je op een wetenschappelijk verantwoorde wijze de problematiek analyseert dan hoort daarbij dat de bepalende parameters bij berekeningen in de juiste maatschappelijke context worden geplaats. Zo moet helder zijn welk doel je met het beleid wilt bereiken. Bijvoorbeeld het streven wereldwijd de CO2-productie te beteugelen kan zo’n beleidsdoel zijn. Instrumenten moeten dan zo ingezet worden dat ze dit doel ook allemaal zo veel mogelijk bevorderen. En de berekeningen over de effecten moeten dan ook binnen de context van de doelstellingen worden uitgevoerd.

Drie instrumenten die resultaat beïnvloeden
Voor het berekenen van het uiteindelijke lange termijn effect van windenergie op de CO2-productie zijn de volgende drie instrumenten van belang.

De eerste is de handel in emissierechten. Doordat er minder vraag is naar deze rechten is de marktprijs gedaald. Bedoeling van het systeem was dat door het creëren van schaarste de prijs omhoog zou gaan waardoor bedrijven zouden gaan investeren in andere oplossingen, liefst duurzame alternatieven. Nu blijkt dat dit systeem niet (meer) werkt is het beter dat dit instrument wordt afgeschaft.

Tweede instrument is een eventuele, liefst wereldwijde heffing op CO2 met als doel de productie van CO2 te ontmoedigen. De systematiek zou daarbij kunnen zijn: hoe meer CO2 een brandstof levert per KWh bruto, hoe hoger de heffing. Het mes snijdt dan aan twee kanten. Bedrijven gaan zoeken naar alternatieven omdat met fossiele brandstoffen opgewekte energie duurder wordt.  In plaats van de meest vervuilende fossiele brandstoffen als kolen en bruinkool zullen ze vanzelf overstappen naar minder vervuilende alternatieven als aardgas. De tweede kant betreft de subsidie voor duurzame energie. Die kan dan aanmerkelijk lager worden. Het rijk krijgt geld binnen vanwege de CO2 heffing en het rijk hoeft minder subsidie te verlenen voor duurzame energie. Een duidelijke win-win situatie. De prijs van elektriciteit gaat dan wel is waar omhoog, maar het rijk kan de belasting op energie dan verlagen waardoor het de gebruiker niets hoeft te kosten.

Derde instrument is energiemanagement. We zien op dit terrein steeds meer ideeën en oplossingen komen. Het streven kan daarbij zijn dat vraag en aanbod op steeds slimmere wijze gemanaged worden. Daarbij kan ook gedacht worden aan slimme opslagmethoden en intelligent op- en afschakelen van bepaalde gebruikers. En ook een op duurzaamheid gericht stimulerend tariefsysteem. Zo’n systeem kan deels onafhankelijk van de gebruikte energiedragers ontwikkelen worden.

Wind- en zonne-energie ook in de toekomst?
Hoe de ontwikkeling van duurzame energie, van energieopslag en van energiemanagement ook gaan verlopen, op de korte termijn zullen zonne- en windenergie belangrijke leveranciers van duurzame energie blijven. Als we de komende decennia met succes blijven zoeken naar alternatieven dan zullen die zeker op enig moment beschikbaar komen. En net zoals onze oude winmolens op een goed moment in onbruik zijn geraakt kan dat ook gebeuren met de huidige windturbines. En misschien blijken windturbines straks, als het energiemanagement verder doorontwikkeld is, toch nog een geliefde leverancier van duurzame stroom te blijven. De toekomst zal het uitwijzen.

Het transitietraject, gericht op duurzaam, opslag en energiemanagement, zal leiden tot een veel efficiënter energiebeleid. De huidige nadelen kunnen voor een belangrijk deel worden ondervangen. Worden dezelfde berekening die nu zijn uitgevoerd op een frictiemoment, nog eens uitgevoerd voor het geschetste duurzaamheidsscenario dan zullen de berekeningen tot heel andere, veel positievere uitkomsten leiden. De transitie gaat helaas gepaard met fricties.

 

Dit bericht is geplaatst in Duurzaam. Bookmark de permalink.

Geef een reactie